Stijn Coenen : 'Thomas More in een nieuw jasje'
Tien jaar na de fusie en het ontstaan van Thomas More wil de grootste hogeschool van Vlaanderen een breder terrein gaan bestrijken. De onderwijsinstelling zal in de komende jaren evolueren naar een echte kennisinstelling, een moedermerk en een koepel waaronder onderwijs, levenslang leren, praktijkgericht onderzoek en samenwerking met het werkveld volwaardig geïntegreerd zijn.
'Wij willen onze impact op de samenleving vergroten', zegt algemeen directeur Stijn Coenen, 'en tegelijkertijd een warm nest blijven voor onze duizenden studenten, alumni en medewerkers.' Bij de bredere ambities hoort een nieuwe huisstijl en een vernieuwd logo.
Van onderwijs- naar kennisinstelling
Als onderwijsinstelling én als merk staat Thomas More al stevig op de kaart bij de (jonge) studiekiezer, maar de ambities van het bestuur reiken verder. 'We bouwen een merk dat distinctief, relevant en aanwezig is', aldus Stijn Coenen.
'Een kennisinstelling waarin kwalitatief onderwijs, onderzoek en samenwerking met bedrijven een plek hebben. Daarom hebben we gekozen voor een brede merkidentiteit. Natuurlijk bouwen we verder op onze sterktes. Het is geen revolutie, maar een evolutie. Visueel is het ook geen volledig nieuwe look geworden, maar een update en een upgrade. We behouden bijvoorbeeld de kleur oranje, want zo kennen de mensen ons.'
Nieuw logo
'We willen ook visueel de spreidstand kunnen maken tussen jong en hip enerzijds en serieus anderzijds. Er komt een nieuwe website, er is een vernieuwd logo en de nieuwe huisstijl zullen we geleidelijk uitrollen. We hebben gekozen voor een stijl waarin zowel jonge studiekiezers als volwassen studenten zich kunnen herkennen.'
Wie weet dat er meer dan 250 onderzoekers, vaak toonaangevend in hun domein, voor Thomas More werken?
De algemeen directeur verwijst daarbij naar de stijl die Thomas More uniek maakt. 'We zijn geëvolueerd tot een kennisinstelling die zich niet spiegelt aan maar deel uitmaakt van de echte wereld', stelt hij. ‘Waar niet alles altijd perfect moet zijn. Waar we samen leren, in praktijkgericht onderwijs én onderzoek. Die authenticiteit en die identiteit willen we nog meer uitstralen in hoe we onszelf profileren als ‘merk’, in woord, in beeld en in daden.'
Eén moedermerk
De hogeschool gaat voortaan dus resoluut voor één sterk moedermerk ‘Thomas More’, voor een herkenbare stijl met een brede uitstraling.
Heel wat sterk presterende expertisecentra en andere onderdelen van Thomas More werkten de afgelopen jaren onder een eigen naam, zodat de buitenwereld ze niet altijd automatisch aan de hogeschool linkte. Wie weet dat er meer dan 250 onderzoekers, vaak toonaangevend in hun domein, voor Thomas More werken?
Denk maar aan het onderzoek naar de algenkweek van RADIUS, aan de exoskeletons (de staprobotten) van Mobilab & Care, de referentiebudgetten van CEBUD. Straks varen ook zij en andere groepen eenduidig onder de Thomas More-vlag.'